archief antroposofie en apocalypse
alleen voor archief en doorverwijzingen content
Translate
woensdag 22 oktober 2014
Emil Bock over Anna-Katharina Emmerick
Emil Bock over Anna-Katharina Emmerick
Rob Steinbuch, 25 februari 2013 (bewerkt 4 april 2013).
Samenvatting
Emil Bock heeft zich in enkele van zijn publicaties positief uitgelaten over uitspraken die Anna-Katharina Emmerick in het kader van haar visioenen heeft gedaan.
De betreffende uitspraken van Emil Bock uit vier van zijn boeken worden onderstaand in een eigen Nederlandse vertaling geciteerd.
Tot slot wordt het boekje “War es so? (was het zo?)” van Hans Lüthje besproken.
Anna-Katharina Emmerick leefde van 1774 tot 1824.
Reeds als klein kind had zij visioenen van engelen. Zij voelde zich steeds met het leven van Jezus en met het evangelie verbonden. Zij was te arm om de uitzet te betalen voor de intrede in een klooster, maar in 1803 kon dit door bemiddeling van een andere vrouw toch gebeuren. In 1812 trad bij haar stigmatisatie op. Clemens Brentano heeft met haar gesprekken gevoerd en daar drie boeken over geschreven. Zij had onder andere een visioen over de plaats, even buiten Efeze, waar Maria en Johannes gewoond zouden hebben. Het huis werd weer opgebouwd en is nu een belangrijk bedevaartsoord voor christenen en moslims – Maryam is voor vele moslims een belangrijke gestalte (Lit.1).
Emil Bock (1895 – 1959) was theoloog, mede oprichter en hoofd van de Christengemeenschap. Daarnaast heeft hij veel geschreven. Hij heeft zich sterk met de christologie van Rudolf Steiner verbonden. In 1923 bezocht hij het Heilige Land, waarvan hij diep onder de indruk en met rijke ervaringen terugkeerde. Daarna begon hij met het schrijven van boeken, o.m. over het leven van Jezus, die ook buiten de Christengemeenschap en de antroposofische gemeenschap veel waardering hebben gekregen (Lit. 2).
De uitspraken
Het gaat om zes citaten, respectievelijk uit de volgende Duitstalige boeken:
- „Cäsaren und Apostel”, 1937, 6e druk 1983, pag. 154. Nederlandse vertaling „Keizers en Apostelen“, pag. 123.
- „Kindheit und Jugend Jesu“, 1939, 8e druk 1988, pag. 118. Nederlandse vertaling „Tussen Bethlehem en de Jordaan“, pag. 90.
- „Die drei Jahre“, 1946. 7e druk 1981, pag. 115, 281 en 282. Nederlandse vertaling “Van de Jordaan tot Golgotha”, pag. 91, 230 en 231.
2
- „Das Evangelium“, 1984, 2e druk 1995, pag. 733.
De onderstaande citaten zijn eigen vertalingen uit de Duitse tekst.
Uit: “Cäsaren und Apostel” (Keizers en apostelen).
Pag. 154:
“En het komt ons in het geheel niet onwaarschijnlijk voor, wanneer Anna-Katharina Emmerick, de visionaire religieuze uit het begin van de 19e eeuw, ons vertelt, dat zij gezien heeft hoe de Esseense zieners, op wiens raad de leken-Essenen – waaronder ook de voorouders van de moeder van Jezus – hun huwelijken sloten, hun antwoorden aflazen aan de groei van heilige planten, die zij “Wortel van Jesse” noemden”.
Uit: “Kindheit und Jugend Jesu” (Kinderjaren en jeugd van Jezus).
Pag. 118:
“De visionaire religieuze Katharina Emmerick heeft aan het begin van de 19e eeuw in haar beschrijvingen van het leven van Maria een beeld geschetst, hoe bij de Essenen bovenzinnelijke aanwijzingen gezocht en opgevolgd werden voor het tot stand komen van huwelijken en de voortplanting van bepaalde families. Veel van hetgeen toen werd beschreven kan men zien als een bruikbare historische duiding. Wanneer bijvoorbeeld wordt beschreven hoe de zieners onder de mensen, voordat zij een raad moesten geven, opdracht gaven om bepaalde plantenzaden te zaaien, en hoe zij vervolgens de groei van de ontkiemende zaden waarnamen, om daaruit antwoorden op de gestelde vragen af te lezen, dan mogen wij zeggen dat het zo ongeveer geweest zou kunnen zijn. Zulke planten-orakels waren b.v. als “Adonis Tuin” in de cultische tradities in de Oude Wereld overal gebruikelijk”.
Uit: “Die drei Jahre” (De drie jaren).
Pag. 115:
“Wanneer men de populair-katholieke overleveringen en bijv. de verklaringen van Katharina Emmerick geloof schenkt, dan zijn alle leerlingen nauw met elkaar verwant en grotendeels broeders geweest”.
Pag. 281:
“De gestigmatiseerde religieuze Katharina Emmerick vertelt uit haar visionaire schouwingen, dat het het huis van Jozef van Arimathea is geweest waarin Jezus met de leerlingen het Paasmaal hebben gevierd. Wij hebben in de vorige beschouwingen uiteengezet, dat dit het huis van de Essenerorde was, waarvan het Coenaculum aan Jezus en de leerlingen ter beschikking werd gesteld en dat tot diep in de geschiedenis van het oerchristendom een belangrijke ontmoetingsplaats was van het zich vormende gemeenteleven. De uitspraak
3
van Katharina Emmerick kan in zoverre tot een belangrijke aanvulling leiden, dat zij op de invloedrijke brugfunktie wijst, die Jozef van Arimathea tussen de Essenerbroeders en Christus vervulde”.
Pag. 282:
“De kelk, waarin Jozef van Arimathea het bloed van Christus opving, werd volgens de legendevorming zowel naar het verleden als naar de toekomst toe aangeduid als het gedurende duizenden jaren voortgaande teken van de heiligste mysteriën en de hoogste goddelijke gunst. ……..Katharina Emmerick zegt, terwijl zij oude imaginaties oppakt: ‘engelen in witte gewaden hebben de kelk eens bij Noach gebracht en later heeft de priesterkoning Melchisedech – waarvan zij diens heiligdom op de plaats van het Coenaculum situeert – uit deze kelk de wijn aan Abraham laten drinken toen hij hem brood en wijn kwam aanreiken’”.
Uit: “Das Evangelium” (Het evangelie).
Pag. 733:
“In de beschrijvingen van Katharina Emmerick, die meende de in de Bijbel beschreven gebeurtenissen direct voor zich te zien, vinden wij het horen van
Johannes aan Jezus’ borst ook op deze wijze geduid:’…..hij naderde met zijn hoofd Jezus’ borst en vroeg: Heer, wie is het? Het drong tot hem door dat Jezus Judas bedoelde. Ik zag Jezus met de lippen spreken: Degene, die Ik, na het indopen, een stukje brood geef. Ik weet ook niet of Hij het zachtjes tot Johannes zei. Johannes vernam het echter….’”.
Was het zo?
Dr. Hans Lüthje (1898 1993) werd in 1945 tot priester van de Christengemeenschap gewijd. Tijdens de Michaëlstijd van 1984 publiceerde hij een boekje over Anna-Katharina Emmerick, met als titel “War es so? Das Wunder von Christi Inkarnation und Katharina Emmericks Gesichte. Anregung und Bekenntnis”. (Was het zo? Het wonder van Christus’ Menswording en de visioenen van Katharina Emmerick. Aanzet en bekentenis).
Hans Lüthje stelt op pag. 6 en 7 de vraag waarom er behoefte zou bestaan om naast evangelie en geesteswetenschap “bijzonderheden over het leven van Christus op aarde” te vernemen. Hij geeft als antwoord: “Vanaf de 15e eeuw leven wij in het tijdperk van de bewustzijnsziel. Een hartstochtelijke wil heeft het vooruitstrevende deel van de mensheid ertoe gedreven om toestanden en gebeurtenissen op het fysieke plan met bewustzijn te doordringen. Deze gedrevenheid staat niet stil voor datgene wat eens in Palestina gebeurde, en
4
daarbij kunnen voor ons de visioenen van Katharina Emmerick een onschatbare hulp zijn”.
Hij wijst ook op de uitspraken van Emil Bock over dat thema (pag. 4).
In zijn slotwoord op pag. 28 wordt de hamvraag “was het zo?” beantwoord:
“De ervaringen van een lang leven op aarde op hoge leeftijd overziend, moet ik – met de vanzelfsprekende beperking dat fouten of onnauwkeurigheden op details niet zijn uit te sluiten – antwoorden: Ja, het was zo! Door de visioenen van Anna-Katharina Emmerick verkrijgen wij een juist beeld van Christus’ levenswandel op aarde”.
Tot slot wijst hij ook op een ander aspect: “Bedreigend is in de loop van de huidige tijd de wijdverbreide kille harteloosheid ten aanzien van het Christusgebeuren. De visioenen van Anna-Katharina Emmerick bieden daartegen een tegenwicht”.
Waarvan akte.
Literatuur
1. Rob Steinbuch “Stigmata in het licht van de antroposofie”.
2. Bodo von Plato (HG) “Anthroposophie im 20. Jahrhundert, Ein Kulturimpuls in biographischen Porträts“, Verlag am Goetheanum, 2003, pag. 96 – 100.
De vier genoemde Duitse boeken van Emil Bock worden uitgegeven door Verlag Freies Geistesleben & Urachhaus GmbH, Stuttgart.
De Nederlandse vertalingen worden uitgegeven door Uitgeverij Christofoor.
“War es so?” is destijds waarschijnlijk door Hans Lüthje zelf uitgegeven.
R.T. (Rob) Steinbuch
Damhertlaan 129
3972 DD Driebergen
Tel. 0343-512491
Email steinb@dds.nl
YYY
terug naar inhoudsopgave
Nieuwere post
Oudere post
Homepage