Werkvertaling
voor de N.V.A.P. , oktober 1998 door J.van Loon
Elfde
Voordracht uit GA 346 , Apokalypse und Priesterwirken.
Dornach,
15. september 1924
Beste
vrienden! Laten we ons eens verplaatsen in de wereld, waarin de schrijver van de
Openbaring de mensen wil verplaatsen door
de schildering van de komende aarde-tijd. Hij schildert zijn visioenen over het
doorbreken van geestelijke werelden en het feit dat mensen op aarde
hierdoor gegrepen worden. Nu laat hij
aan deze gebeurtenis drie stadia voorafgaan, die wij moeten leren kennen. Met
ieder van deze drie stadia wordt iets weergegeven wat in zekere zin eerst ten
val moet komen, voordat de mensheid
waardig en in staat is, in alle zuiverheid de geestelijke wereld in haar
werken, denken en voelen op te nemen.Het
eerste stadium is de Val van Babylon - wij zullen hier de terminologie van de
Apocaliptiker gebruiken. Het tweede stadium is de Val van het Dier met de valse
profeet die hem terzijde staat de leer van het Dier te verbreiden. Het derde
stadium is de Val van de goddelijke Tegenmachten, zoals die gewoonlijk genoemd
worden: van de Satan. Deze drie stadia worden met het oog op de toekomst van de
mensheid, met het oog op een toekomstige spirituele opvatting van de menselijke
evolutie, een volkomen concrete werkelijkheid. En er is alle reden toe, juist in
onze eeuw, in onze tijd, waarin veel voor de menselijke ontwikkeling besloten
wordt, op deze drievoudige val het ziele-oog te richten. Want zij zullen in een
bepaalde vorm doorbreken, doorbreken na de tijd van de eerste etherische
verschijning van Christus op aarde. De mensheid zal zich erop moeten
voorbereiden, hoe zij de kracht zal kunnen opbrengen, deze drievoudige val van
de Tegenmachten van de Christus-impuls zonder gevaar voor de ontwikkeling van de
ziel te kunnen doorstaan.We
mogen niet vergeten, hoe precies de Apocaliptiker is in zijn schildering. Hij
laat iedere keer wanneer zo’n val zich voordoet, een engel uit de geestelijke
wereld afdalen, en wij merken - en dat is eigenlijk iets wat bij een mens, wanneer hij niet dieper
binnendringt in de geestelijke opvatting van de wereld, in eerste instantie
merkwaardig overkomt - we merken dat hij de afdalende engel laat jubelen over de
grote kwalen, over die verschrikkelijke dingen, die zich dan voordoen bij deze
val; en voor ons is het nodig dat wij dit jubelen
begrijpen.Maar
laten we eerst eens de drie stadia van de Val van de Tegenmachten van Christus
bekijken, te beginnen met wat de Val van Babylon genoemd wordt. We kunnen ons de
som van alle dwalingen, waaraan de mensen ten prooi kunnen vallen door de
eigenlijke menselijke aard voor de geest halen. Alles wat geëigend is, de mensen
beneden het spirituele niveau te brengen dat bij hem hoort, zit besloten in wat
de Apocaliptiker de Babylonische Verzoeking noemt.De
mens is pas dan waarachtig mens - hoewel hij deze menselijkheid natuurlijk niet
op ieder moment van zijn evolutie kan hebben, maar die hij eerst met veel strijd
moet ontwikkelen -, de mens is pas dan waarachtig mens, wanneer in hem een
totale harmonie tussen het principe van het materiële en het spirituele aanwezig
is, dat wil zeggen, wanneer het materiële niet van invloed is op de door het
spirituele onbeheerste emoties. Dat is precies waar het om gaat en dat moeten
wij echt goed begrijpen. Want ook de Apocalyptiker zou zich niet zo kunnen
uitdrukken zoals hij doet, wanneer hij zou veronderstellen dat affecten,
hartstochten en alles, wat uit het wils- en gemoedsgebied komt, a priori
onrechtmatig zouden zijn. Juist het onrechtmatig noemen van affecten en
hartstochten, juist dit ascetisch streven in verkeerd opzicht, komt ook weer
voort uit het emotionele, het hartstochtelijke. Want degene die zich niet sterk
genoeg voelt, zijn hartstochten vanuit het spirituele zo te doordringen, dat hij die in dienst van
de goede wereldontwikkeling stelt, huldigt nu juist zijn emotie van zwakte. Ook
wanneer hij het beste met de evolutie voorheeft zal hij, wanneer hij zijn
gemoedssfeer verarmt, zijn zwakte hulde
brengen.
Waar
het bij de Apocaliptiker dus niet om gaat is dat de mens zijn emoties, zijn
affecten, zijn hartstochten verbant,
maar dat die emoties niet onbeheerst blijven door het spirituele. En alles wat
de mens in zijn leven aan emoties beleeft, heftig of minder heftig, die niet
onder invloed komen van het spirituele, wordt in de Openbaring samengevat met de
naam van de plaats Babylon, waarin - om een stereotyp te gebruiken - door de hartstochten de spiritualiteit ten
onder is gegaan. Wij moeten daarbij alleen de nogal krasse uitdrukkingen - voor
die tijd waren die normaal - in ons taalgebruik omzetten. In de oude
voorstellingswijze is het gewoon zo dat men geen abstracte begrippen vormt, maar
dat men altijd op het concrete wijst, op iets wat karakterestiek is. Zo spreekt
ook de Apocalyptiker over Babylon. Maar waarom nu juist
Babylon?In
Babylonië, of meer nog in de stad Babylon, waren in oude tijden werkelijk hoge
mysteriën, waar men ingewijd kon worden in de geheimen van de bovenaardse
kosmos, waarin men de geheimen over de sterre-werelden en hun geestelijke inhoud
kon leren kennen. Juist in Babylon was het zo, dat de oudste Babylonische
priesters de menselijke helderziende krachten van de droom op een manier
gebruikten, die wij tegenwoordig helderziendheid middels het gebruik van een
medium zouden noemen. En uit zo’n, in zekere zin, mediale weg vormde zich de
geweldige oude Babylonische leer. Wij kunnen tegenwoordig zien, dat mediums, ook
al lijken zij in eerste instantie geschikt om geestelijke waarheden over te
brengen - dat gebeurt dan ook veelvuldig, alleen zou dat gecontroleerd moeten
worden door verstandige ingewijden - aan invloeden worden blootgesteld, die
moreel zeer bedenkelijk zijn. Omdat er een grote discrepantie is tussen datgene
wat zij openbaren en het ontwikkelingsniveau waarop zij staan, kunnen mediums
dikwijl de waarheid niet van de leugen onderscheiden; en dat kan zich uitbreiden
tot een gebied waar moraal en onmoraal niet meer gescheiden
wordt.U
moet alleen maar inzien, beste vrienden, hoe dat bij het medium tot stand komt.
Een mens wordt immers een medium - en dat was ook zo bij de Babylonische
priesters - doordat door geweld van buitenaf het Ik en het astraal lichaam uit
het fysieke en etherlichaam getrokken worden. Maar op het moment, waarop Ik en
astraal lichaam bij het medium uit het fysieke en etherische lichaam getrokken
zijn, zit er ook al een andere macht binnen in dit Ik en astraal lichaam. Al
naar gelang de initiator, die zoiets bewerkstelligt, goede of boze plannen
heeft, of hij bij de verkeerde of de goede richting hoort, kan dat een goede of
een boze macht zijn. In de oude Babylonische tijd kwamen op zo’n manier
uitstekende inzichten en openbaringen tevoorschijn. Maar in latere tijden en ook
tegenwoordig manifesteert zich het nadeel: Wat gebeurt er wanneer het medium
weer terugkeert in zijn fysieke lichaam? Ziet U, de logica die men in de fysieke
wereld hanteert, om in de fysieke wereld tussen leugen en waarheid te kunnen
onderscheiden, is ongeschikt voor de geestelijke wereld. Het is een volledige
misvatting, te geloven, dat men de begrippen van leugen en waarheid, zoals men
die in de fysieke wereld met goed recht gebruikt, ook in de geestelijke wereld
kan toepassen. In de geestelijke wereld is niets aanwezig wat men met de wetten
van de logica zou kunnen onderscheiden. Daar bevinden zich wezens die goed of
kwaad zijn. Maar daar moet je op eigen kracht achter komen, want zij vertellen
je niet tot welke categorie zij behoren. Maar ook de wezens die het kwaad
vertegenwoordigen zijn op hun manier waar. Natuurlijk is dat moeilijk te
begrijpen, zoals trouwens alles moeilijk te begrijpen is, wat ons bij het
betreden van de geestelijke wereld tegemoet komt. Hier, in de fysieke wereld
zeggen wij bijvoorbeeld: De rechte lijn is de korste weg tussen twee punten. In
de geestelijke wereld kan dat de langste weg zijn en iedere andere weg is
korter. En zo valt er daadwerkelijk, in de geestelijke wereld, niets van de
logica toe te passen, die wij hier in de fysieke wereld zo nodig
hebben.
Vandaar
dat voor het schouwen in de geestelijke wereld de echte ingewijde een bepaalde
zielegesteldheid moet hebben. Hij moet er zich volledig verantwoordelijk voor
voelen, dat hij, op het ogenblik dat hij weer in de fysieke wereld terugkeert,
weer met fysieke begrippen te werken heeft. Dat kan het medium niet, omdat het
niet met bewustzijn de geestelijke wereld binnengaat. Wanneer het medium weer terugkomt, vullen het
Ik en het astraallichaam het fysieke en etherische lichaam met een denkrichting,
die wel klopt voor de geestelijke wereld, maar die alles, wat in de fysieke
wereld geldt als moreel voelen, als moreel gewaarworden, corrumpeert. Daarom
wordt het medium gecorrumpeerd ten opzichte van waarheid en leugen, en dat heeft
dan ook zijn invloed op al het andere. Men kan inderdaad zeggen, dat Babylon
deze ontwikkeling heeft doorgemaakt van de hoogste meest beduidende openbaring
van de geestelijke werelden tot en met een vreselijke corruptie. Wat in eerste
instantie betrekking heeft op het principe van de geestelijke openbaring, ook
waar het het algemene mensenleven betreft waarnaar het zijn invloed uitstrekt,
kan tot een ernstige corruptie leiden, zodat de mens, nadat hij in de
werkingssfeer van het spirituele is gekomen, onzedelijker wordt dan hij tevoren
was met zijn gewone menselijkheid. Daarom werd nu juist Babylon als de
representant voor de morele corruptie genomen. En de uitdrukkingen die de
Openbaring daarvoor gebruikt, hebben geen andere betekenis dan wat in die tijd
als terminologie voor corruptie gebruikelijk was.Maar
sindsdien is de hele mensheid, die heeft voortgezet wat in Babylon zich
voordeed, wereldwijd tot een Babylon geworden. Dat is wat de Apocaliptiker
bedoelt. De stad Babylon is tegenwoordig onder de hele mensheid op aarde te
vinden. Zij bevindt zich op die plaatsen, waar mensen zijn die ten offer
gevallen zijn aan de Babylonische verleiding.
En het is deze houding die ten val moet komen, voordat die eindtoestand
kan komen, waarover de Apocalyptiker spreekt. Wanneer wij onderzoeken wat daar
aan het werk is in de “Babylonische corruptie” vinden we dat overal het
Ahrimanische principe in deze Babylonische corruptie actief is. Ahriman zit in
de mensen, en hij is een macht, die allereerst de mens zeer nabij is op de hele
wereld. Hij zit in de emoties, die op deze wijze gecorrumpeert worden. De
tegenpool van het Ahrimanische is het Luciferische. In datgene wat daar in
Babylon ten val komt, leeft het Ahrimanische en daartegenover staat het
Luciferische. Hoe moet de Apocalyptiker verbeelden wat hij daar ziet? Het beeld
van de jubelende stemming van de luciferische engelen. Daar mogen wij de ogen
niet voor sluiten, beste vrienden.Het
is altijd de grote vergissing van vele wereldbeschouwingen geweest, dat
tegenover het slechte altijd het beste te vinden zou zijn, dat bijvoorbeeld het
boze principe van onder, altijd bestreden zou worden door het goede principe van
boven. Dat is echter geenszins het geval! Hier in dit hoofdstuk van de
Openbaring (Openb. 19) is beneden het Ahrimanische - Babylon -, en boven, waar
de engelen jubelen over de val van Babylon, bevindt zich het Luciferische. Wat
van boven weerklonk als het jubelen van de engelen, is de stem van Lucifer. Het
Christus-principe vormt altijd het evenwicht tussen deze
twee.Pas
wanneer het drievoudige principe van de wereldsamenhang op de juiste manier
begrepen wordt, zal men ook kunnen begrijpen, wat de Apocalyptiker hier zegt.
Het is voor de gewone menselijke gevoelsbeleving absoluut onbegrijpelijk, te
denken, dat zuivere, goede geesten daarboven luid beginnen te jubelen, wanneer
beneden de mensen de kwellingen moeten ondergaan, zoals die hier worden
geschilderd. Dat wordt wel direct begrijpelijk, wanneer men dat luidruchtige
jubelen aan wezens toeschrijft die, voordat de wereld ontstond waarin de mens
zijn geestelijke organisatie ervaart, feitelijk ertegen waren, dat de wereld op
deze manier ontstaat. De Luciferische wezens willen de hele evolutie op een heel
ander geestelijk niveau houden; zij willen niet die verbintenis van de geest met
de materie, die in het aardse bestaan voltrokken is, zodat zij in hun ziel
eigenlijk gewaarworden: Nu, waar uit het aardse bestaan wordt afgestoten, wat
binnen het bereik van Ahriman ligt, nu hebben wij de bevrediging, dat ten minste
een deel van het aardse bestaan niet wordt voortgezet en daardoor uit de
aarde-ontwikkeling wegvalt. In dit verband spreekt er uit dit beeld, dat de
Apocalyptiker geschilderd heeft, een grandioze eerlijkheid over zijn
wereldopvatting.Welnu,
de eerste Val, de Val van Babylon, is datgene wat door de dwaling van de mensen
zelf veroorzaakt wordt. Ook wanneer het
onder invloed staat van het inwijdingsprincipe, is het menselijke dwaling.
Doordat Babylon valt door de menselijke dwaling, wordt een deel van de mensheid
afgescheiden van de verdere evolutie van de wereld tot een tijdstip, dat wij in
latere beschouwingen nog naar voren zullen brengen. Eerst zullen wij alleen
kwalitatief voor onze geest halen, wat er op korte termijn gaat
gebeuren.Aan
de tweede Val is niet meer de mens alleen deelgenoot. Bij degenen die met
Babylon ten val komen, zijn de mensen de enige deelgenoten; het gaat hierbij om
menselijke dwaling. Bij de Val van het Dier en de valse profeet, die de leer van
het dier vertegenwoordigt, komt niet iets menselijks ten val, maar iets
bovenmenselijks, iets geestelijks. Iets wat niet binnen het mensenrijk te vinden
is komt ten val: het Dier, dat de menselijke gemeenschap binnenvalt, en degene
die de leer van het Dier verkondigt, de valse profeet, komen ten val. Men heeft
het hier dus te doen iets dat de mensen van zich bezeten kan maken, waar echter
niet de zwakte van de menselijke natuur een rol speelt zoals bij het medium,
maar waar de impuls van het kwaad direct, door het bovenmenselijke, bij de mens
teweeg gebracht wordt.
Als
we het beeld nog willen verduidelijken, kunnen wij dat op de volgende manier: Al
degenen die betrokken zijn bij de Val van Babylon, zullen gecorrumpeerd worden
door het feit dat zij dingen hebben nagestreefd die hun organisatie niet kon
verdragen, dingen die tot gevolg hadden dat hun organisatie zich verzwakte,
zodat die gecorrumpeerd werd. Dus de menselijke organisatie handelt uit zwakte
bij de Val van Babylon. Bij de Val van het Dier en de valse profeet is het niet
zo, dat bijvoorbeeld een medium gecorrumpeerd wordt omdat het zwak geworden is,
maar het is alsof de geest, die het Ik en het astraallichaam van het medium in
bezit heeft genomen, nadat de hypnose geëindigd is, het fysieke en etherische
lichaam binnendringt en zich nu van deze wezensdelen bedient om onheil op aarde
aan te richten.Dat
is precies de voorstelling die ons hier bij de Apocalyptiker tegemoet treedt. Er
zal een tijd komen - dat wil de Apocalypticer zeggen -, waarop we hier op aarde
mensen zullen zien rondlopen, die het niet kunnen uithouden, wat in de
Chistelijke verkondiging ligt, die weliswaar de Christus in hun ziel opnemen,
maar die met hun fysieke en etherische lichaam niet tot de hoogte van Christus
kunnen komen, en zich daarom, weliswaar niet vol bewust, overgeven aan andere
geesten en daarom aan corruptie ten prooi vallen. De eersten die zoiets overkomt
zullen zij zijn, die ook al ten prooi zijn gevallen aan de Val van
Babylon.Anderen
zullen weliswaar als mensen rondlopen, maar hun treft het lot, dat eigenlijk hun
mensen-Ik niet meer in hen aanwezig is,
zodat men hen op aarde niet meer als mensen kan aanspreken, omdat zij bezeten
zijn van het Dier en de valse profeet. Dat zal na de Val van Babylon komen. Na
de Val van Babylon zullen er mensen op aarde zijn, die als rondzwervende demonen
zullen zijn, waarin de Ahrimanische machten direct zullen
handelen.Tegenwoordig
zijn er al voldoende voorwaarden voor al dit soort dingen aanwezig. Ik zou
willen zeggen, in kiemvorm is dit alles
al aanwezig. Het vreselijke geval heeft zich toch al voorgedaan, dat Ahriman
zich door een mens - dan wel niet in de hele mens maar toch door een tijdelijke
zwakte van een mens - als schrijver
onder ons kon manifesteren. Nietzsche was een schitterende, geweldige
schrijver, maar in de jaren dat hij de “Antichrist” en zijn “Ecce Homo” heeft
geschreven, was niet de Nietzsche-individualiteit in hem. Ik ken deze
Nietzsche-individualiteit, ik heb hem zelfs beschreven in mijn “Levensweg”, maar
daar is Ahriman rechtstreeks schrijver geworden, en Ahriman is een veel
schitterender schrijver dan de mensen.Het
zal zich steeds meer voordoen, dat de Ahrimanische machten ingrijpen, door zich
voor allerlei verrichtingen van mensenlichamen te bedienen. En er zal een tijd
komen, waarin de Christenen zich ernstig zullen moeten afvragen wanneer ze een
of andere mens ontmoeten: Is dat eigenlijk een mens of een slechts een leeg
omhulsel voor de Ahrimanische geesten? _- Aan de onderscheidingsvermogens die
men nu al heeft zal in de toekomst deze moeten worden toegevoegd. Dat zal de
tweede Val zijn: De demonie van het Dier en zijn verkondiger; zij zullen de
mensenlichamen van zich bezeten doen raken. Maar het dier en zijn verkondiger
zullen ten val gebracht worden. Wij hebben dus eerst de Val van de
gecorrumpeerde mensen en dan de Val van bepaalde gecorrumpeerde geesten, die de
mens zeer nabij zijn. Deze geesten zelf vallen bij de tweede
Val.Dan
hebben we in de Openbaring nog de derde Val, de Val van Satan. In Satan hebben
we een zeer hoogstaand wezen, dat echter andere wegen gaat dan de wegen, die op
aarde kunnen worden gegaan. Bij het dier en de valse profeet hebben we het te
doen met machten die de mensen in verleiding brengen, die de wil hebben, de
mensheid in moreel en intellectueel
opzicht op verkeerde wegen te brengen. De macht, beste vrienden, die bedoeld
wordt bij de Val van Satan, wil nog iets heel anders. Die wil niet alleen maar
de mensheid van haar ontwikkelingsweg afbrengen, maar de hele aarde. Deze macht
is vanuit het aards-menselijke standpunt gezien een vreselijke Tegenmacht voor
de Godheid.Maar
ziet U, men kan hypothetisch - want alleen zo is het mogelijk, ik zou willen
zeggen, zonder intellectueel en met name zonder spiritueel tot zonde te
vervallen - het volgende zeggen. Wanneer men het niet vanuit het gezichtspunt
van de menselijk-aardse ontwikkeling in ogenschouw neemt, wanneer men het vanuit
andere, hogere gezichtspunten beschouwt - hoe moeten we dan in het heelal deze
macht van Satan tegenover de andere geesten zien?Ja,
ziet U, het is geen wonder, dat Michaël, die immers een ander standpunt heeft
dan de mensen, heel anders over Satan denkt dan de mensen. De mensen blijven in
het abstracte en denken, dat de Satan een boze macht is. Maar Satan is
gelijktijdig een hoge macht, al is het ook voor de richtingen die voor de aarde
in aanmerking komen een verdwaalde macht, maar het is een hoge macht. En
Michaël, die de waardigheid van een aartsengel heeft, heeft niet de rang die
Satan heeft. Die heeft namelijk de waardigheid van een Oerkracht, van een
Archai. Michaël is “slechts” aartsengel. Vanuit het standpunt van Michaël is
Satan eigenlijk niet een te verachten macht, maar een macht die zeer gevreesd
moet worden, omdat voor Michaël deze macht, die tot de hiërarchie van de Archaï
hoort, hoger in de hiërarchie staat dan hijzelf. Alleen volgt Michaël de
richting, die in de zin ligt van de
aarde-ontwikkeling.
Michaël
heeft lange tijd geleden al besloten, in die planetensferen te werken, die door
het Zonnebestaan zijn voorbestemd. Satan is de macht, die voortdurend in onze
kosmos gevaarlijk op de loer ligt. Het heeft iets onheilspellends, dit loeren
van de Satan. Men kan dat waarnemen, beste vrienden, op de momenten dat men een
komeet door onze kosmos ziet schieten, die een heel andere baan heeft dan de
planeten (er wordt op het bord getekend)Wanneer
men het op de Copernicaanse manier tekent - het klopt astronomisch wel niet
precies, maar dat doet er hier niet toe - : de Zon, Mercurius, Venus, Aarde,
Mars, dat zijn de binnenste planeten, en de buitenste: Jupiter, Saturnus,
Uranus, Neptunus -, dan moet men zich voorstellen, dat kometen in relatie tot de
volledig regelmatig planetenbanen heel onregelmatige banen hebben. De
voorstelling, dat deze kometen lange ellypsen beschrijven, is onzin, maar daarop
hoeven we nu niet verder in te gaan. In ieder geval stemmen de banen van de
kometen, voor zover zij binnen onze planetarische kosmos liggen, helemaal niet
overeen met de banen van de planeten.En
daar ligt Satan op de loer, om iedere komeet die verschijnt, te onderscheppen en
hem hen in de richting van zijn invloedssfeer te benutten, zodat hij de planeten
uit hun baan kan halen en daarmee dus ook de aarde. Dat is werkelijk aan de hand
in het heelal, dat de satanische machten voortdurend op de loer liggen, om het
planetensysteem te veranderen. Daardoor zou echter dit planetensysteem, volgens
wiens banen de mensen zich moeten bewegen, aan die goddelijk-geestelijke machten
worden onttrokken en in heel andere wereldontwikkelings-richtingen gebracht
worden. Dit plan wordt door Michaël als een vreselijke dwaling beschouwd,
waarvan hij echter zou moeten zeggen: Ik zou het plan helemaal niet kunnen
hebben hier iets aan te doen, omdat zo’n opdracht voor een wezen, dat in de
hiërarchie van de aartsengelen staat, van begin af aan een uitzichtloze opgave
zou zijn. - Alleen bij wezens die in de hiërarchie van de Archaï staan, kunnen
de krachten toereikend zijn, om zoiets te volbrengen. Michaël, die binnen de
planetenbanen vanuit de Zon werkt en die geworden is, wat men in het occultisme
de aartsengel van de omlooptijden of een planetengeest noemt, heeft al lang
besloten, in zijn werk bij deze omlooptijden te blijven. Het is een
engel-besluit, bij deze omlooptijden te blijven.In
een bepaald tijdperk gedurende de oude Atlantische ontwikkeling kon men in de
Mysteriën waarnaar de goden toen nog neerdaalden, werkelijk waarnemen, hoe de
legerscharen van de aartsengelen, dus de aartsengelen Oriphiël, Anael, Zachariël
enz., toen het besluit hadden genomen, zich in de voorgeschreven planetenbanen
te bewegen. Dat is inderdaad in een bepaalde tijd tot stand
gekomen.De
machtige scharen die onder leiding van Satan staan, hebben dit besluit tot nu
toe niet genomen; zij streven er nu nog naar, iedere kometenbaan te gebruiken,
om het hele planetensysteem tot een andere configuratie te brengen. Daarbij
heeft men het te doen met een Tegenstander van Christus, die niet alleen de
individuele mens wil corrumperen, ook niet alleen een groot aantal mensen
tegelijk, een hele mensengemeenschap wil corrumperen, zoals het Dier en zijn
valse profeet dat willen, maar wij hebben het bij Satan en zijn volgelingen te
doen met pogingen, die de aarde in haar samenhang met het planetensysteem direct
- als ik het zo mag uitdrukken - onderuit willen halen. Dat is de derde val uit
de Openbaring. Bij de beide eerste horen we het jubelen van de luciferisch
geaarde geestelijke wezens.Van
deze dingen, die de Apocalyptiker ons zegt, moeten ook wij weten dat ze op komst
zijn. Het eerste stadium, de Val van Babylon, gaat gepaard met verdwaalde
mensen, die de dwaling al in hun fysieke constitutie hebben opgenomen, zodat er
geen uitzicht is dat deze mensenlichamen, waarover het Ik en het astraallichaam
de volledige heerschappij verloren hebben, in de toekomst nog bruikbaar zullen
zijn. Deze lichamen moeten worden opgegeven, hetgeen niet geldt voor het Ik en
astraallichaam die erbij horen; die gaan dan in de banen van het karma in de
mensheid als zodanig verder. Op een bepaald moment zien wij mensen rondlopen in
lichamen van mensen die zich aan de
Babylonische verleiding hebben overgegeven, waarvan de lichamen weggevallen zijn
uit de ontwikkeling. Dat is de Val van Babylon.Het
tweede stadium zal zijn, dat er mensen zullen rondlopen - en dat zal uiterlijk
zichtbaar worden - , waarvan gezegd zal moeten worden: In hen leven de
Ahrimanische machten zelf. Daar werkt Ahriman op directe wijze. Dat is het Dier,
de Val van het dier en van de valse profeet van het Dier, dat echter geen mens
is maar een bovenmenselijk wezen.
Het
derde stadium is dat men bemerkt: In de natuurwetten zelf wordt iets
onverklaarbaar. Dat zal de grootste en belangrijkste ervaring zijn, die de
mensen in de toekomst zullen moeten opdoen, namelijk in te zien: In de
natuurwetten zelf wordt iets onverklaarbaar, bepaalde verschijnselen verlopen
niet meer volgens de natuurwetten. - Dat zal in hoge mate het geval worden, en
het zal niet alleen maar een fout in de berekening zijn, dat een planeet niet op
een plaats verschijnt waar hij eigenlijk zou moeten
staan.De
eerste pogingen van Satan om wanorde in het planetensysteem te brengen zullen
lukken. Om daar iets tegenover te stellen zal de mensheid zelf een sterke
spiritualiteit moeten ontwikkelen. Want alleen door de sterke spiritualiteit van
de mensen zal gecompenseerd kunnen worden, wat er zo aan wanorde veroozaakt
wordt.Ziet
U, dat zijn de dingen, die wij nu moeten voorzien, wanneer wij ons de
toekomstige stadia van de aarde- en mensheidsontwikkeling voor de ziel willen
plaatsen. Dat zijn de dingen die wij moeten zien wanneer de Apocalyptiker tot
ons spreekt. Jullie zullen ernaar moeten streven, beste vrienden, jullie te
verplaatsen in dit samenvallen van datgene, wat uit de antroposofie kan worden
gewonnen, met wat de Apocalyptiker openbaart.Uit
de aanwezige openbaringen kan over de kometen al zodanig gesproken worden, dat
de Satan in het heelal op de loer ligt en eraan werkt, om de kometenbanen te
gebruiken en in de plaats van de kosmos te zetten. Wanneer U dit door het
antroposofische begrijpen in U opneemt en het in de Openbaring terug kan vinden,
dan ligt in dit terugvinden iets, dat belangrijk is, namelijk een soort
ziele-onmoeting met de Openbaring en daardoor ook met de Apocalyptiker zelf. Dat
is belangrijk: de Apocalyptiker zelf. Het zal buitengewoon belangrijk zijn, dat
de priester, die de toekomst levend tegemoet treedt, steeds meer het verlangen
gaat koesteren, de Apocalyptiker, die immers na het Mysterie van Golgotha in de
toekomst heeft gekeken, steeds opnieuw - of het nu wel of niet op aarde is - te
kunnen ontmoeten.Want
onder de priesters moet het volgende gevoel ontstaan: De hulp, die van Johannes,
de schepper van de Openbaring, kan komen voor degenen, die in Christelijke zin
willen werken, deze hulp is ontzettend belangrijk en onontbeerlijk. Het zal
alleen mogelijk worden werkelijk samen met de Apocalyptiker Johannes zijn weg te
gaan, wanneer we met een zielestemming, zoals ik die beschreven heb, de
Openbaring tegemoet treden. Dan wordt Johannes onze bondgenoot. Hij staat in
nauwe verbinding met Christus Jezus, hij is immers door Christus Jezus zelf
ingewijd, hij is een ingewijde van Christus Jezus. Vandaar dat hij een
belangrijke bondgenoot is, en het is van het grootste belang, door hem tot
Christus Jezus te komen.Een
werkelijk begrijpen van de Openbaring leidt ons al diep in het gebied, waar men
met het denkbaar grootste uitzicht tot een ontmoeting met Johannes en dan met
Christus zelf kan komen. Hierin steekt een zeer diepe waarheid, maar een
waarheid waarvan het zeer gewenst is dat zij werkelijk diep in uw gemoed
nawerkt. Dan is het een echte priesterwaarheid, dat wil zeggen, een waarheid die
de priester op rechtmatige wijze binnentrekt in
het spirituele gebied. Van hieruit zullen we morgen verder
gaan.